Kunstenaar Sis Josip over samenwerking tussen creatieven, het bedrijfsleven, Rotterdam en Den Haag.
Sis Josip is geboren Amsterdammer, getogen Hagenees, werkte met Ted Langenbach toen de wegen op Zuid nog onverhard waren en is initiatiefnemer van de nieuwste culturele broedplaats van Den Haag: HOOP. Hier komen creativiteit, geld en mensen samen. “Dingen doen alleen omdat het leuk is heeft geen zin. Het moet een doel hebben.”
Wat is dat voor een naam, Sis Josip?
“Oorspronkelijk is Sis Josip de naam van het bedrijfje dat ik begin jaren ’80 met mijn vrouw Conti ben begonnen, hier in Den Haag. Echter naast de commerciële klussen heb ik altijd geschilderd, om in balans te blijven. Mijn schilderijen ondertekende ik ook met Sis Josip. Daardoor is verwarring ontstaan. Mensen denken dat het mijn naam is, maar ik heet René van Bruggen. Het maakt niets uit, ik luister naar beide namen.”
Je schildert vooral levensechte mooie vrouwen.
“Dat klopt. Maar wat is mooi? Ik vind de Maasvlakte prachtig, iemand anders ziet alleen stinkende pijpen. Het afgelopen jaar heb ik gezocht naar onvoorwaardelijke schoonheid, iets wat persoonlijke smaak overtreft. Een reis door religie, wetenschap, politiek en het spirituele. Schoonheid is vormgegeven liefde, ontdekte ik. Mijn bevindingen heb ik vastgelegd op doek, met als slotstuk een drieluik over de openbaring. Maar goed dat het klaar is, zo’n zoektocht gaat diep en is best eenzaam. Ik vind het wel lekker om me weer met de werkelijkheid bezighouden.”
Wat deed je vroeger voor de kost?
“Heel vroeger werkten we in de confectie-industrie. We verzorgden de inrichting van winkels, etalages, beursstands in binnen- en buitenland, bedachten we reclamecampagnes. Toen de partyscene in de jaren ’90 opkwam zijn we daarin gedoken. Met leeftijdsgenoten iets nieuws beginnen, dat was een stuk spannender. En lucratief bovendien. We decoreerden talloze housefeesten, van onder andere Silly Symphonies in Den Haag, Gaultier in Amsterdam en de eerste MTC party’s van Ted Langenbach in Rotterdam. Toen waren de wegen op Kop van Zuid nog onverhard.”
In 2001 was je ook in Rotterdam.
“Ja, toen Rotterdam Culturele Hoofdstad was. Via via ontmoette ik de jongens van .off_corso. Ze waren net begonnen. Ik gaf ze advies en hielp ze met het opzetten van een netwerk van creatieve geesten, variërend van grafisch ontwerpers tot Vj. Mijn ideaal was gezamenlijk te werken aan een doel. In de creatieve industrie ebt veel energie weg, dat is zonde. Als je alle verschillende vormen van creativiteit bundelt kan het een maatschappelijke en zelfs politieke kracht worden waar we nog versteld van zullen staan.”